Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], U dan, die gelooft, is Hij [18]dierbaar; [19]maar den ongehoorzamen [wordt gezegd]: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, [20]Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en [21]een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; 18. Of eerlijk. Grieks dierbaarheid, of eerlijkheid; dat is, zeer eerlijk of dierbaar. 19. Namelijk in den Ps.118:22, en Jes.8:14, waarvan zie de verklaring Matth.21:42; Ef.2:20. 20. Namelijk voor Gods gemeente, niettegenstaande allen wederstand en woeling, die de ongehoorzamen daartegen hebben gedaan. 21. Namelijk voor de ongehoorzamen zelf, die zich tegen dezen steen door ongeloof hebben gekant, gelijk vs.8 verklaart.